Genealogie geslacht 

van Domselaar

(waarin o.a. ook Domseler, Dompseler, Dompselaar, Domselaer, Dompselaer, Donselaar etc.)

De oudste van Domselaar, Evert Lubberts, komen wij tegen in het laatste kwart van de 14e eeuw. Waarschijnlijk hebben de van Domseler's zich toen pas gevestigd in de gemeente Barneveld in het ambt Garderen.

Als bakermat wordt (nog steeds) aangenomen de buurtschap Donkelaar onder Woudenberg. Via verschrijvingen valt dit te verklaren als volgt:

Doncelaar-Donkelaar

Doncelaar-Donselaar-Domselaar-Domseler-Domselaer-Dompselaer etc waarbij de uitgang "laar" of "ler" staat voor een open, ontgonnen plek in het bos, waar dan vaak een al dan niet versterkt huis werd gebouwd.

 

De "van Domselaar's" namen direct een vooraanstaande plaats in het ambt Barneveld in, waarbij zij optraden als Gerichtsman, peinder,later Schout, Kerkmeester en Heemraad terwijl zij bijna allen begraven lagen in het schip en op het koor in de kerk te Barneveld, allen onder een eigen grafzerk.

 

De "van Domselaars-clan" was rijkelijk gezegend met grondbezit, al evenzeer als met zonen. Half Barneveld en een groot deel van de Veluwe mocht tot de bezittingen worden gerekend zoals de (land)goederen en erven Brielaar en Schoonhorst, Emelaar, Otelaar, Schoonderbeek, Malkenhorst, Buitenhuis en Uddel en later nog Estveld, Rootselaar, Twiller en de Schaffelaar. Tot de bezittingen van het geslacht "van Domseler" behoorde ook het huis DOMPSELAER.

In 1773 stond dat ruim "honderd roeden ten westen van de kerk te Overlangbroek nabij Wijk bij Duurstede".

Heer van het huis Dompselaer was Johan van Domseler († 1529). Deze Johan was gerichtsman in Barneveld en heette daar Jan Mor van Domseler.

 

Het geslacht kent een zeer uitgebreide vertakking en heeft zich inmiddels over de gehele wereld verspreid en draagt ook zeer bekende namen.

Als één van de bekendste nazaten van Evert Lubberts van Domselaar mag worden genoemd Jan van Schaffelaar.

Het onderzoek, gedaan door Dr. A.H.J. Prins en beschreven in "Jan van Schaffelaar, Requiem van een Gelderse ruiter"(Schaffelaarreeks nr. 12) geeft aan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat Jan een zoon was van Gijsbert van Domselaar en Lysbeth van Schaffelaar

Een andere bekende nazaat is de in de vorige eeuw overleden componist Jacob van Domselaer, geboren in Nijkerk en overleden in Bergen (N-H).

Antonie van Domselaar emigreerde met zijn gezin eind 1841 naar Uruquay en stond op 12-01-1842 ingeschreven in de plaats Aigua, toentertijd een gehucht 88 km ten noorden van de hoofdstad Maldonado. Eind 1847 begin 1848 emigreert Antonio, samen met ( de Duitser) Frederico Frers , inmiddels zijn schoonzoon aangezien hij vóór 20-05-1845 met zijn dochter Maria was getrouwd, naar Argentinië. Zij hielden zich daar bezig met het fokken van schapen en exporteren van wol, iets wat zij vermoedelijk in Uruquay ook deden. In 1849 werd er door Antonio en Frederico gezamenlijk het eigendom gekocht van de maatschappij SAÉNZ, een bedrijf wat zich bezig hield met het exploiteren van gronden. De totale oppervlakte van de gronden bedroeg 4000 hectare en werd verdeeld tussen Antonio en Frederico, waarbij zij hun werkzaamheden van fokken van schapen en exporteren van wol verder konden uitbreiden. Ná het overlijden van Antonio werden zijn gronden gelijkelijk verdeeld tussen zijn 4 kinderen Bernardino, Cornelio, Gertrudis en Maria. Inmiddels liep er een spoorweg door het land van de Domselaar’s en door de handel die er was werd er een Stationnetje gebouwd waardoor de wol makkelijker te exporteren was naar de havens van Buenos Airos. Dat stationnetje werd op 14-08-1865 geopend als “Domselaar”. Inmiddels had Bernardino in 1868 naast het station een zoutfabriek gesticht. Dat werd de kiem van een bevolkingstoename daar, wat vóór die tijd slechts uit 9 personen bestond.

De gronden waar de spoorlijn overheen liep was als ruil voor het behoud van het station inmiddels geschonken door Bernardino van Domselaar aan de Great Southern Railway en de overige gronden werden door Bernardino verkocht aan speculanten. Vanaf dat moment begon de ontwikkeling van de plaats DOMSELAAR.

 

Heldhaftigheid zit de "van Domselaar's" al eeuwen in het bloed. Vochten zij in de 14e-15e eeuw tegen en met de Hertog van Gelre, de Hertog van Kleef of Maximiliaan van Oostenrijk, ook in WO-II vochten de "van Domselaar's" in Nederlandsch Indië tegen de toenmalige bezetter.

Frederik Jan van Domselaar is in 1943 in de strijd tegen de Japanners overleden. Zijn lichaam ligt begraven op de Erebegraafplaats in Kanchanaburi, Thailand.

De van Domselaar's hebben in het verleden goed op de maatschappelijke ladder gestaan. De stad Utrecht heeft in de periode 1573-1628 3 muntmeesters gekend die de naam "van Dompselaer" droegen nl. Hendrik Joostenz. van Dompselaer, Hendrik Hendrikz. van Dompselaer en Floris van Dompselaer.

Zo zijn er ook verschillende "van Domselaar's" Burgermeester geweest van o.a. Harderwijk, Tiel, Amersfoort en Brielle; zijn er velen Gerichtsman, Schepen, Schout etc. geweest; hebben er een aantal hoge militaire rangen bekleed maar het merendeel heeft, voor zover op dit moment bekend, een ondernemend beroep uitgeoefend met daarin opvallend veel Tabaksplanters en Bierbrouwer/Waard.

Dat het ondernemen in de genen zit van de "van Domselaar's" of nazaten daarvan blijkt ook heden ten dage nog bij velen van hen.

Niets in deze stamboom had tot stand kunnen komen zonder de medewerking van anderen en zonder informatiebronnen zoals die heden ten dage voor Genealogisch onderzoek beschikbaar zijn. Op een afzonderlijke pagina zijn deze informatiebronnen dan ook allen genoemd.

Compleet is deze stamboom nog lang niet. Veel informatie ontbreekt. Heeft u wijzigingen of toevoegingen, gebruik dan het wijzigingsformulier.

Bij vele in deze stamboom voorkomende personen, zeker die geleefd hebben in de 14e, 15e en 16e eeuw zijn notities vermeld. Bij het lezen daarvan krijgt u een duidelijker beeld wat ons geslacht in het verleden heeft gedaan en heeft betekent.

Ik wens u veel leesplezier en verneem gaarne uw reactie.