van Domseler, Evert
GeslachtMan
Leeftijd<55
Geboren 1402 te Barneveld
Overleden<10 mei 1457 te Barneveld
Begraven te Barneveld
BeroepGerichtsman in Barneveld
VaderDomseler, Johan van
MoederDelen, Margriet van
  
Zus Alijda (1)
Broer Gerrit
Zus Elisabeth
Zus Hendrika (1)
Broer Mor (Gerrit Mor) (7)
Zus Wijnanda
Broer Gijsbert (7)
Zus Gijsberta (6)
Huwelijk
metSchuur, Sophia (Hendriksdr) van der
Kinderen: (3) Hendrik (6)
Johan (de Oude) (Jan) (9)
Evert (11)
Huwelijk
metSchrassert
Kinderen: (4) Jan (Jonge Jan)
Andries
Jutte
nn  
Notities:
-PersoonRaad van Hertog Arnold van Gelre, zegelt met zijn vader het verbond der Ridderschap van Veluwe 1436. Wordt genoemd in 1434 en 1455.

De NL 09/1962, blz 267 "van 1441-1457 Gerichtsman te Barneveld, bezweert de verbondsbrief van 1436; zijn goed Malckenhorst van de horigheid gevrijd in 1435"

DNL 08/1912, blz 290:
Raad van Hertog Arnold, die hem zijn goed Malkenhorst, "dat Rijckwijn van Malkenhorst te wesen plag" van hoorig tot een edel vrij huisgoed maakt, 1434. Hij zegelt met zijn vader het verbond der Landschap uit de Ridderschap van Veluwe, 1436. Hij is Hertog Arnold trouw gebleven en werd deswege door Adolf uit het land verdreven, maar komt na Arnold’s herstelling terug.

In 1436 was zijn goed "Malckenhorst" vrij van belastingen.

=====
Het aardige van dit fragment is onder meer dat er uit blijkt dat de Malckenhorst in 1434 van de horigheid is gevrijd. Volgens de schrijver vanwege de grote diensten door Evert(III) aan Hertog Arnold verleend, wat mogelijk, maar niet erg waarschijnlijk is. Plausibeler is de verklaring dat de Hertog probeerde met dit geschenk de steun van een invloedrijk persoon te verwerven. En steun kon hij gebruiken!
Omdat dit van belang is voor een goed begrip van de verdere ontwikkeling van de Malkenhorst, is het nodig hier iets dieper in te gaan op de Gelderse geschiedenis van deze tijd.
Arnold was na het uitsterven van het huis Gulik door de standen van Gelre tot de nieuwe Hertog gekozen. Hij werd echter niet erkend door de Duitse Keizer, zijn eigenlijke Heer, die in plaats van hem, zijn concurrent Adolf van Berg met het Hertogdom beleende. De daaropvolgende strijd bracht Arnold in moeilijkheden met zijn financiën en zijn onderdanen. De eerder genoemde verbondsbrief is hier een uiting van. Onder het mom van "samen sterk" verbonden de steden en ridderschap zich met elkaar om deHertog in het gareel te houden.
Zo bezien hebben de van Domselers zich door het geschenk van 1434 niet tot extra loyaliteit laten bewegen. Anderzijds hebben zij Arnold in de daaropvolgende decennia steeds gesteund in de strijd tegen zijn zoon Adolf. Want tussen Arnold en zijn zoonwas een conflict ontstaan dat was uitgegroeid tot een burgeroorlog.
Adolf werd in zijn activiteiten als een moderne Absalom opgestookt door zijn moeder, een enorme intrigante die haar man Arnold maar een slapjanus vond. In zijn ambitie om de nieuwe Hertog te worden werd Adolf verder gesteund door een toenemend aantal steden , waaronder Nijmegen en Venlo.
Wat de strijd echter uittilde boven het niveau van een lokaal conflict, was de toenemende de Bourgondisch /Habsburgse belangstelling voor Gelre.
De Bourgondische Hertogen, afstammelingen van de Franse koning, waren er in de veertiende en vijftiende eeuw in geslaagd grote delen van Noordwest Europa in hun macht te brengen. Vrijwel de gehele huidige Benelux alsmede een deel van Noord-Frankrijkwas al in hun bezit. Hun lange termijn strategie was om tot een reconstructie van het oude Lotharingse rijk te komen. In dit streven werden zij voornamelijk gedwarsboomd door de koning van Frankrijk.
De twee laatste hertogen, Philips de Goede en zijn zoon Karel de Stoute, zijn zich gaandeweg steeds diepgaander met het conflict bezig gaan houden, duidelijk met het oogmerk om zich uiteindelijk met het Hertogdom Gelre te verrijken.
Hoewel Philips de Goede zich nog voornamelijk beperkte tot intrigeren en meestal Adolf steunde, ging zijn zoon Karel de Stoute zich meer daadwerkelijk met de strijd bemoeien. En passant ging hij daarbij over naar de partij van Arnold.
Het conflict kreeg door deze inmenging, naast de strijd tussen de partijen die respectievelijk de vader dan wel de zoon steunden , een extra dimensie. Het werd daarmee ook de strijd van de "nationale partij, de partij die de eigen vrijheden en de gewestelijke soevereiniteit voorstond , tegen de partij die er meer heil in zag (meer belang bij had) een onderdeel van een zeer machtig staat te worden.
[In ongeveer gelijke zin hadden zich in Holland de Hoekse en Kabeljauwse twisten ontwikkeld; de Bourgondische Kabeljauwen, meestal handelsmensen zagen economische voordelen in een grote Bourgondische "interne markt". De Hoekse partij zag meer in eenkleiner verband, waarbij de lokale nijverheid beschermd kon worden]
De strijd werd in eerste instantie beslist in het voordeel van Arnold, die vlak voor zijn dood zijn Hertogdom overgaf aan Karel de Stoute. We schrijven dan het jaar 1473 en voor de bezitter van Malckenhorst lijken gouden tijden aan te breken.
Dat was op dat moment Evert(IV), een echte vechtersbaas. Vast staat zijn betrokkenheid bij het beleg van Venlo (1459) en de slag bij Stralen (1468). Waarschijnlijk meer een opportunist dan een met idealen bevlogen persoon: de prior in de Birkt te Amersfoort zal hem niet voor niets een "velscher" hebben genoemd. Ook zijn activiteiten op de huwelijksmarkt wijzen in die richting. Zijn huwelijk met Elisabeth Vonk van Eewijk, dochter van de schatrijke Roelof Vonk van Eewijk, zal hij niet (alleen) uit liefde hebben gesloten.
Gezien zijn vele bezittingen waaronder het spectaculaire goed te Uddel dat hij van zijn schoonvader had geërfd, is het opmerkelijk, dat zijn nakomelingen als Domselers van Malckenhorst bekend zouden staan. Men noemt zich immers gewoonlijk niet naar zijn minste bezitting, zodat het er naar uitziet dat de Malckenhorst toen een aanzienlijk goed was.
Nu is het intrigerend dat de 16e en 17e eeuwse Malckenhorst (dan al gesplitst in Groot en Klein) deze indruk niet meer wekt. Dan is er veeleer het beeld van twee rijke boerderijen, maar ook niet meer dan dat. Ook voor de bewoners van Groot Malkenhorst geldt dan dat zij op de maatschappelijke ladder een treetje lager lijken te staan, dan hun 15e eeuwse voorzaten.
Voor een mogelijke verklaring keren wij terug naar waar we gebleven waren: het jaar 1473. Voor Evert(IV) van Domseler zag alles er zoals gezegd zeer rooskleurig uit. Zijn partij had gewonnen; hij had op het goede paard gewed en had alle reden om eenbeloning tegemoet zien voor zijn loyale steun aan de Bourgondische partij. Een beloning die ongetwijfeld zou zijn neergekomen op een verdere stijging op de maatschappelijke ladder.
Maar opeens gebeurde er iets waardoor dit alles een schone illusie zou blijven: Karel de Stoute sneuvelde bij Nancy. Hij liet geen volwassen zoon na, alleen een minderjarige, nog ongehuwde dochter, Maria. De Bourgondische partij zat dus plotseling zonder leider.
De eerste die van de chaos profiteerde was de koning van Frankrijk, die onmiddellijk (en blijvend) Bourgondie zelf inpikte. Maar al snel werd het ook onrustig in Gelderland en Utrecht. In Utrecht werd de Bourgondische partij (bisschop David) de staduitgegooid en gedwongen naar Wijk bij Duurstede te uit te "wijken".
In een van de daaropvolgende schermutselingen, die gezamenlijk als de Utrechtse oorlog bekend staan, springt een neef van Evert, een ruiterhoofdman in dienst van de bisschop, in volle wapenuitrusting van de toren van Barneveld de dood en de onsterfelijkheid tegemoet. Dit was Jan van Domseler, beter bekend als Jan van Schaffelaar, een van onze weinige nationale Middeleeuwse helden.
Doordat de dochter van Karel de Stoute, Maria zich pijlsnel via een huwelijk met Maximiliaan van Habsburg, zoon van de Duitse Keizer, van steun verzekerde, konden de meeste Bourgondische landen, waaronder Utrecht, weer in het gareel gebracht worden.Gelre weet zich evenwel (tijdelijk) te ontworstelen.
De "nationale" partij wist namelijk voorzien van een nieuwe leider, Karel, een zoon van de inmiddels gesneuvelde Adolf, bij stukjes en beetjes Gelre te heroveren. Dit proces werd voltooid in 1492 met de verovering van Wageningen.
In plaats van te winnen had de Bourgondische, inmiddels Habsburgse partij ,alsnog verloren en was Evert van Domseler gedwongen uit te wijken naar Amersfoort, waar hij ongetwijfeld tandenknarsend kwartier heeft gemaakt. Hoewel hij twee jaar later door de nieuwe Hertog weer in genade werd aangenomen, heeft hij daarvoor een hoge prijs moeten betalen. Hij moest afstand doen van een groot deel van zijn goederen, waaronder het goed te Uddel.
De Malkenhorst, mogelijk in de strijd verwoest, mocht hij behouden.
Tragisch en ironisch is het feit dat zijn partij uiteindelijk toch zou winnen: in 1543 werd Gelre definitief door Karel de Vijfde ingelijfd. Evert en zijn familieleden hadden wel de goede partij gekozen, maar alleen te vroeg!
Zijn nakomelingen, in ieder geval degene die Groot Malkenhorst zouden bewonen, zijn deze klap nooit meer te boven gekomen. Zij vielen terug tot het niveau van de welvarende boerenstand. Ze vervulden nog wel publieke functies, maar niet meer op het niveau van Schout.
http://www.malkenhorst.nl/familiegeschiedenis/malck.htm
Bronnen:
-Overlijden’t Ankerkruis 1/1 15-11-1973.
Referentie1051212504
Datumw 18-11-2021